
Anne Fokkes van der Meer
Hette handelt vanaf zijn jonge jeugd in kleinvee,
groenten en aardappelen. Later als gardenier verbouwt
hij de gewassen waarin hij zelf handelt. In de jaren voor
zijn 35e verjaardag bouwt hij vooral een goede naam
op met zijn pootaardappelen. Zijn vrouw Anne zag
kansen in het buitenland en handelde hier ook naar.
"Je bent nu aardappelkoopman, kerel" - Anne
Anne op een dag vanuit de stad koeltjes aan met een nieuw zwart pak en een antraciete bolhoed. “Wat is dit?!”, roept Hette verbijsterd uit als Anne thuiskomt. Waarop Anne zegt: “Je bent nu aardappelkoopman, kerel. Je moet naar Duitsland. Daar hebben ze aan jouw poters meer behoefte dan hier.” Naast haar vertrouwen geeft Anne aan Hette 100 gulden mee, wat zij stiekem had gespaard met haar kruidenierswinkel; het startkapitaal van wat later uit zou groeien tot een multinationale onderneming.
Na terugkomst uit Duitsland blijkt dat Hette flink heeft verkocht. In de houten koffer waarin - naast zijn nieuwe pak - op de heenreis nog monsters zaten van Dikke Muizen (aardappelras), zitten nu handelsovereenkomsten. Hette is vanaf dat moment beginnend handelsman over de grenzen. Anne houdt zich bezig met de boekhouding én met de PR.
Vrouw van de PR
De zaken lopen goed. Het moment is daar om de handelsactiviteiten van Hette onder te brengen in een officieel handelshuis. En wat is een beter moment om dit te doen dan op de verjaardag van de oprichter? Want als vrouw van de PR weet Anne heel goed dat mensen de oprichting makkelijker onthouden wanneer ze het zou combineren met de verjaardag van Hette.
Anne van der Meer, de vrouw van Hette en dochter van een aardappelhandelaar, heeft een aangeboren handelsgeest. Zij weet hoe ze de aandacht moet trekken voor de handel. Dit combineert Anne met een drang naar groei en vooruitstrevendheid.
Zo is Anne een van de eerste vrouwen die geen oorijzer draagt. Destijds zowel een symbool voor status als voor de verbinding met de voorouders. Anne draagt het niet; ze poseert liever met een modieuze hoed in haar handen. De dochter van Anne zal later verklaren dat haar moeder het oorijzer niet passend vond bij haar status als moderne koopmansvrouw.
Tegenwoordig zou je kunnen zeggen dat Anne vond dat het symbool niet paste bij het merk Handelshuis Hettema