
We moeten veerkracht en dynamiek onder telers belonen
Voedselzekerheid en duurzaamheid zijn onderwerpen die de Potato Days van HZPC afgelopen jaren domineerden. In 2020 was Martin van Ittersum een van de tafelgasten. Als hoogleraar Plantaardige productiesystemen richt hij zich op duurzame (kringloop)landbouw en het wereldvoedselvraagstuk. Martin pleit voor een duidelijke koers waar telers op kunnen varen en het vertrouwen in samenwerking: ‘Geen enkele teler wil vanuit zichzelf zoveel mogelijk pesticiden gebruiken’.
Crisissen zetten mensen aan het denken. Er is sprake van bewustwording en we worden geconfronteerd met onze manier van leven. Recent gebeurde dit met de coronacrisis en met de inval van Rusland in Oekraïne. ´Deze ontwikkelingen werpen een ander licht op voedselzekerheid en duurzaamheid´, vertelt Martin van Ittersum. ‘Het is logisch dat we ons dan afvragen waar de prioriteit op dit moment moet liggen. En we realiseren ons dat het niet zo vanzelfsprekend is dat er altijd voldoende voedsel geproduceerd wordt’. Maar Martin benadrukt dat we het ook in tijden van crisis aan onszelf, maar vooral ook aan toekomstige generaties, verplicht zijn om na te denken over het voorkómen van toekomstige crisissen. ´Tot nu toe hebben we vluchtelingen steeds - met moeite - kunnen opvangen. Maar wat gebeurt er wanneer er in grote delen van de wereld überhaupt geen voedsel verbouwt kan worden, als gevolg van de opwarming van de aarde?’
‘Er wordt soms teveel naar anderen gewezen’
Boerenprotesten
Sinds het tafelgesprek bij de Potato Days zijn er volgens Martin niet echt trend brekende ontwikkelingen geweest in voedselzekerheid of duurzaamheid. Wel kwam met de publicatie van het IPCC rapport een conclusie van wat velen al verwachtten: er is geen tijd te verliezen in de strijd tegen klimaatverandering. We weten al langer dat klimaatverandering plaatsvindt. Maken we ons nog te weinig zorgen? Martin verklaart: ´Misschien merken we zelf nog wel te weinig van de negatieve gevolgen van klimaatverandering. We hebben wel de overstromingen gehad in Zuid-Limburg vorig jaar, maar toen dit voorbij was gingen we over het algemeen weer over tot de orde van de dag.´ Op sommige momenten behoort klimaatverandering wél tot de orde van de dag. ‘En dan zien we dat er soms teveel naar anderen wordt gewezen, bijvoorbeeld naar de boeren. Het gevolg hiervan is dat deze groepen in opstand komen. En in de tussentijd komen oplossingen voor de lange termijn – waar iederéén aan bijdraagt - stroperig tot stand.’
De hele economie aanspreken
We zijn als mensheid succesvol geworden dankzij onze manier van samenwerken. Deze vaardigheid zouden we moeten inzetten om als gehele economie te kijken naar deze uitdaging. ‘Er is niet één oplossing, het is de som van alle delen. Al in het onderwijs - de markt van de toekomst - zouden we kunnen beginnen met visievorming: wat is een gezonde planeet? Waar komt ons voedsel vandaan en op welke wijze willen we dat het geproduceerd wordt? En als burgers kunnen we nu al beginnen om het juiste voorbeeld te geven, bijvoorbeeld in de supermarkt,´ legt Martin uit. ‘Voedsel hierbij simpelweg duurder maken zodat boeren duurzamer kunnen verbouwen is te kort door te bocht. Hiervoor is betaalbaarheid te belangrijk voor de minder draagkrachtigen. Helemaal in Afrika, waar men 40 tot 50% van hun inkomen uitgeeft aan voedsel, tegenover de 10-15% die wij uitgeven. Wel kun je denken aan het principe de vervuiler betaalt. Hiermee wordt voedsel dat het milieu teveel belast duurder, voor zowel de producent als voor de consument. Dat geld kun je dan weer herinvesteren in goede praktijken.’
Kringlooplandbouw
Het kleiner maken van kringlopen is volgens Martin een goed streven waarmee we onze manier van produceren aan kunnen passen. ´Hergebruik van nutriënten, ook uit de stad, is hier een voorbeeld van. Net als het gebruik van circulaire meststoffen uit de omgeving [verwijzing naar kader]. Het gaat echter gepaard met meer kosten. En omdat mensen vaak (nog) niet willen betalen voor duurzamer voedsel, zijn telers genoodzaakt om toch goedkopere (kunst)meststoffen te gebruiken. Een stip op de horizon is nodig om zaken in gang te zetten en om duidelijkheid te creëren voor telers en producenten. Dergelijke stippen staan genoeg in de Europese Green deal, het plan waarmee Europa haar ambitie waar wil maken om het eerste klimaat neutrale continent te worden. Onderdeel hiervan is een duurzame voedselketen. Dit wordt beschreven in de Farm to Fork (van boer tot bord) strategie. Hierin staat onder andere de doelstelling om minder kunstmeststoffen te gebruiken. Martin: ‘Kunstmest was tot voor kort goedkoop, maar onder meer door de oorlog in Oekraïne liepen de prijzen voor kunst
mest opeens snel op. De laatste kilo’s (kunst)mest dragen verhoudingsgewijs erg veel bij aan verliezen. Omdat er - vanwege de Farm to Fork strategie - een koers is ingezet om de verliezen van nutriënten flink te beperken, kan een ontwikkeling zoals in Oekraïne zo’n koers in een stroomversnelling brengen. Dit zie je ook bij de energietransitie, waar na de inval van Rusland in Oekraïne het draagvlak voor lokale duurzamere energie logischerwijs toeneemt. Dankzij de inspanningen die al zijn gepleegd kúnnen we ook sneller. Zo kan het ook gaan met duurzame landbouw. Daarom kijk ik ook vaak enthousiast op van de veerkracht en dynamiek onder telers. Een aantal van hen is bijvoorbeeld betrokken bij nieuwe initiatieven waarbij succes uiteraard niet is gegarandeerd. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is strokenteelt.’

Strokenteelt
Strokenteelt is een ontwikkeling waarbij men biodiversiteit stimuleert met behulp van gewasdiversiteit, om zo te komen tot een robuust plantaardig voedselproductiesysteem. ‘Het is belangrijk om uit te gaan van goede wil, want die is er ook’, geeft Martin aan. ‘Geen enkele teler is intrinsiek gemotiveerd om zoveel mogelijk chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Daarom is samenwerking en communicatie van groot belang. Bovendien is het cruciaal om doelstellingen, zoals uit de Farm to Fork strategie, er niet rigide door te drukken, maar producenten van voedsel vooral te faciliteren zodat zij stappen kunnen maken. En doe voldoende aan verwachtingsmanagement: pretendeer niet dat strokenteelt alle problemen gaat oplossen. Nog lang niet alles van strokenteelt is ontrafeld of uitontwikkeld door het onderzoek, en het zal zeker beperkingen kennen. Maar toch gaan telers er al mee aan de slag.´
‘Biologisch is voor mij geen doel op zich’
Geen doel op zich
Waar Martin een aantal doelstellingen uit de Farm to Fork strategie goed vindt, heeft hij met andere minder, zoals het plan om landbouw 25% biologisch te maken. ‘Biologisch is voor mij geen doel op zich, het gaat om schonere productie. Lokaal kan biologisch heel goed passen als daar markt voor is, maar het is in veel andere gevallen ook mogelijk om (net) niet-biologisch schoner te produceren. We moeten ook rekening houden met het areaal dat nodig is voor onze voedselproductie. Dat mag niet te veel oplopen door allerlei geboden en verboden. Biologisch produceren vraagt tientallen procenten meer grond om dezelfde opbrengst te garanderen. Wat bijvoorbeeld weer ten koste kan gaan van natuurgrond.´
Monden te voeden
Is er nog wel ruimte voor export wanneer je het hebt over kringlooplandbouw? ‘In de praktijk verwacht ik dat handel met het buitenland altijd zal blijven bestaan. Wanneer er plekken in de wereld zijn met zodanig ideale omstandigheden om pootgoed te telen zoals hier, kun je daar prima gebruik van maken. Bovendien hebben we gemerkt dat kennis niet zomaar iets is wat je eenvoudig overdraagt. Dit is jarenlang opgebouwd en vooral ook dankzij ervaring tot stand gekomen. En wanneer innovaties zoals aardappelen die uit zaad gekweekt worden succesvol blijken, zal export ook minder belastend zijn voor het milieu. Helemaal wanneer we het transport ook meer verduurzamen. En we moeten niet vergeten dat we landen in Sub-Sahara-Afrika kunnen helpen met voedselzekerheid dankzij de export van hoogwaardig uitgangsmateriaal.´

Yield Gap
Voedselzekerheid is een belangrijk thema voor Martin. Zo is hij onder andere projectleider van de Global Yield Gap-Atlas. Een project waarbij een interactieve kaart tot stand is gekomen waarmee je per land kunt zien wat de potentiële opbrengst van gewassenteelt is, ten opzichtte van de huidige opbrengst. ´Deze atlas is bedoeld om inzicht te bieden in verschillende mogelijkheden om meer te produceren op het huidige areaal, dus zonder extra landbouwgrond ten koste van natuur. Inzicht wat nodig is, want dit geeft aan hoe partijen kunnen bijdragen om de opbrengsten te verhogen. Ter vergelijking: in Nederland is de opbrengst per hectare ongeveer 65 ton consumptie aardappelen tegenover 10 ton per hectare in sommige delen van Afrika. Om honger te bestrijden moeten deze cijfers omhoog: in Nederland minder variatie en in Afrika moet het overal flink omhoog. Hier willen we met de Global Yield Gap-Atlas aan bijdragen.’
Samenwerken
Kleinere kringlopen, aardappelinnovaties, het vergroten van de opbrengst per hectare, kennisontwikkeling, bewustwording, biodiversiteit; volgens Martin moeten we het vooral met elkaar verbinden. ‘We hebben elkaar nodig om deze planeet leefbaar te houden. Dit besef is het allerbelangrijkste in mijn ogen. Waar sommigen werken aan het (her)gebruik van circulaire meststoffen, werken anderen aan resistente rassen. En weer andere werken aan bewustwording in de maatschappij. Los van elkaar zijn het allemaal goede ideeën. Maar wanneer je ze met elkaar combineert, versterken ze elkaar. Zo ontstaat er een stroomversnelling. In voedselzekerheid én duurzaamheid.
The Potato Valley presen-teert
Een roadmap voor kringlooplandbouw
Hoogwaardige kennisontwikkeling is nodig om te voldoen aan de wereldwijd toenemende vraag naar aardappelen. Niet alleen zorgt dit voor het behoud en de versterking van de toppositie van Nederland op het gebied van pootgoedexport, het is ook noodzakelijk om het hoofd te bieden aan grote uitdagingen voor de sector op het gebied van klimaat, bodem, verzilting, gewasbescherming en kwaliteitseisen van pootgoed. Stichting The Potato Valley is in 2016 opgericht in Noord-Nederland als kennisplatform voor de pootgoedsector. Het doel is om verduurzaming van de pootgoedsector te stimuleren. The Potato Valley presenteerde onlangs het rapport ‘Roadmap Kringlooplandbouw’, waarin ze mogelijkheden beschrijven voor het sluiten van de grond- en hulpstoffen in de pootgoedsector.
Namens HZPC - partner van The Potato Valley - is productiemanager Frank van der Werff betrokken bij het project over kringloopbouw. ‘We kijken kritisch naar grondstoffen, de benodigdheden voor voedselproductie en welke opties we lokaal, regionaal en nationaal/Europees tot onze beschikking hebben.’ Het project richt zich niet alleen op de teelt van de pootaardappel, maar op de gehele keten. ‘We kijken naar het gehele proces, dus ook naar de energievoorziening, het verpakkingsmateriaal en het transport’, aldus Frank. Het rapport van consultancybureau Ecoras bevat een totale grondstoffenanalyse van de pootgoedteelt, hotspots – punten die aangeven waar de grootste milieuwinst geboekt kan worden, en een roadmap. Deze laatste toont maatregelen die per ketenpartner opgepakt kunnen worden om de hotspots te realiseren. Dit kunnen maatregelen zijn op het gebied van bemesting/grondverbetering, energie, brandstof (voor de teelt), verpakkingen en transport; uitgezet in een korte, middellange en lange termijn. Frank: ‘Dit rapport geeft mooi inzicht in de mogelijkheden om de kringloop van de pootgoedteelt meer sluitend te krijgen. Per definitie zal deze nooit 100% sluitend worden omdat we pootgoed exporteren. Maar er zijn wel degelijk mogelijkheden, zoals het beter benutten van lokale reststromen door deze geschikt te maken voor bemesting en grondverbetering. Met de roadmap laten we zien hoe we diverse partijen nodig hebben om dichterbij een kringlooplandbouw te komen. Er dient sprake te zijn van een samenwerking tussen telers, handelshuizen, overheden, kennis- en onderzoeksinstellingen.’ Het goede aan The Potato Valley vindt Frank dat er meer verbinding met elkaar wordt gezocht. ‘De bereidwilligheid om samen op te trekken is aanwezig. Ook onder telers. Het feit dat de Pootaardappelacademie gelieerd is aan The Potato Valley laat dit duidelijk zien.’ De Pootaardappelacademie is een stichting met zeventig telers die actief kennis uitwisselen.
Het rapport ‘Roadmap Kringlooplandbouw’ is te vinden op onze website